Eind juli stapte ik samen met mijn vriendin in het vliegtuig voor een nieuw avontuur. Het zou en weerzien worden met plaatsen waar ik meer dan tien jaar geleden voor het laatst was geweest. Maar ook een reis met nieuwe ontdekkingen, waar ik zeer naar uit keek.
We begonnen in de "oude" hoofdstad Yangon. Inmiddels is er een nieuwe hoofdstad Naypidaw. Echter is en blijft Yangon de belangrijkste plaats van het land. De stad groeit nog ieder jaar en dat is wel te merken aan het verkeer. We verblijven in het Chatrium hotel aan het meer, wat verder weg van de drukte. We bezoeken onder andere de Shwedagon Pagoda, wat mij toch iedere keer weer fascineert. Volgens de legende bevinden er zich acht van boeddha's laatste haren plaats in de meeste heilige tempel van het land. Ook wij brengen onze offers uit, ieder bij zijn eigen geboortedag, voor mij op zondag (Garuda) en voor mijn vriendin de woensdagmorgen (olifant met slagtanden). De gids neemt ons daarna mee naar China Town, waar iedere avond honderden tafeltjes op straat worden gezet voor een grote barbecue. Het is kiezen uit de vele stalletjes met voornamelijk vis- en vleesspiezen. Een mooie afsluiting van de dag!
De volgende ochtend vliegen we namelijk alweer vroeg naar Nyaung U, waar onze gids ons al opwacht. We rijden direct door naar Salay en onderweg vertelt de gids uitgebreid en enthousiast over de route en de plaatsen waar we heengaan. Hier komen nog niet zo veel toeristen en dat merken we snel als we onderweg in de stad Chauk stoppen voor een kopje verse koffie. De koffietentjes zitten vol met Birmezen die hier graag komen om bij te praten, een potje backgammon spelen of de krant te lezen. Ook wordt hier nog volop op de beetlenut gekauwd.
De route gaat verder door zanderig gebied, bijna woestijnachtig. Het gebied wordt geteisterd door droogte, de oogsten van veel boeren staan er verloren bij. Verder zien we ook ja-knikkers, een teken dat we in olierijk gebied zijn. We bezoeken onderweg een aantal verlaten kloosters. Er zijn in deze omgeving vele verlaten kloosters, omdat de monniken vertrokken zijn naar plaatsen die nu economisch beter zien. Het is best triest om te zien dat soms schitterende panden er verlaten en vervallen bij staan.
We verblijven in een koloniaal gebouw "Salay House" wat dateert uit 1906. Ook wel het Salay Riverview Inn genaamd. Een charmant guesthouse op een mooie locatie direct aan de rivier. Een heerlijke plek om te verblijven bij een gastgezin met zeer veel kennis van de omgeving. Na het ontbijt de volgende morgen ontdekken we Salay te voet. De wandeling voert ons langs vele koloniale panden en eindigt bij het mooie Yokesone klooster. Een klooster volledig gebouwd uit hout, waarbinnen bevindt zich een klein museum bevindt. Dit staat vol met een waardevolle en bijzondere collectie van religieuze items uit de regio.
In de middag verlaten we Salay om terug te gaan naar Chauk. Hier wandelen we nog even over de kleurrijke markt, alvorens we op onze privé boot stappen naar Bagan. Een mooie tocht met hier en daar al de eerste pagodes die fier op de banken staan van de Irrawaddy rivier. Met zijn tweeën op een grote boot, met een overdadige lunch!
Bagan is eigenlijk niet een plaats, maar een benaming voor de pagode vlaktes. De plaatsen Nyaung U, New Bagan en Old Bagan liggen allen aan de rand van de vlaktes. Wij verblijven in New Bagan, waar inmiddels zich de meeste hotels bevinden. Per e-scooters verkennen we de vlaktes en stoppen we bij de meest bekende pagoda's, het zijn er te veel! De Ananda tempel is nog steeds de meest bekende en ook het grootste gebouw. Waar ik jaren geleden nog als een enkeling hier een bezoek bracht, komen er nu toch ook al wel bussen vol toeristen aanrijden, dat is even wennen. De middag was ter vrije besteding en zijn we op de e-scooter naar Nyaung U gegaan voor een heerlijke lunch en een duik in het zwembad om even te ontsnappen aan de warmte.
De reis wordt vervolgd naar Kalaw, een voormalig bergstation voor de Britten in de koloniale tijd. We reizen eerst door het laagland en maken onderweg een stop bij het Elephant Green Hill Valley Camp. Gelegen aan de rand van de bergketen en in de jungle bevindt zich dit kamp, waar met name oude en zieke olifanten worden opgevangen en verzorgd, die voorheen gewerkt hebben in de houtindustrie. Het is voor toeristen mogelijk om hier een dagdeel mee te lopen en te helpen met de verzorging. Wij worden ook uitgenodigd om eerst een tweetal olifanten eten te geven en aansluitend een van de olifanten te wassen. Tot over ons middel staan we in het water hard te schrobben op de ruwe huid, de olifant vindt het heerlijk!
Later in de middag verlaten we het kamp om het laatste stuk naar Kalaw af te leggen. Het is een flinke rit over een kronkelende weg omhoog, Kalaw ligt dan ook op 1400 meter hoogte.
Na dagen van zon en warmte komen we aan in een regenachtig Kalaw. Het is even wennen, maar ook wel weer lekker, een ander weertype. We aten die avond in het Red House restaurant, want wordt gerund door Italianen en dus zijn er ook heerlijke Italiaanse gerechten. Wie van zoetigheden houdt, zit bij Sprouting Seeds & Bakery goed. Het wordt gerund door een alleraardigst Engels koppel die tevens Kalaw en omgeving goed kennen.
Vanuit Kalaw rijden we verder met gids Stella, zij is van Katholieke afkomst, vandaar de Westerse naam. De eindbestemming is Loikaw, wat overwegend katholiek is. De missionarissen hebben het geloof naar deze regio gebracht en in de meeste dorpen staat een klein kerkje. De rit is mooi, die in het begin voert langs rijstterrassen, groentevelden en door heuvelachtig gebied. Onderweg maken we een aantal stops, waaronder bij de Myanmati tempel en grot. Een behoorlijk gangenstelsel in het gebergte wat vol staat met Boeddhabeelden. Deze grot is relatief onbekend, maar weer sta ik versteld van de hoeveelheid beelden en de lengte van de grotten. Na een toch wel lange dag reizen komen we aan in Demoso, een kleine gemeenschap op ca. 20 minuten rijden van Loikaw. We verblijven twee nachten in de Demoso Lodge.
De volgende dag gaan we wederom op pad met gids Stella. Ze is zeer open en behoorlijk kritisch voor een Birmees. Aangezien we in de Kayah staat zijn met veel diverse etnische minderheden is het fijn een gids te hebben. Ze weet moeiteloos contact te leggen, wat bijzonder is bij het Kayan volk. Deze stam is bekend van de vrouwen met de ringen om de nek "longnecks". Het is een behoorlijk gesloten en schuchter volk, wellicht ter zelfbescherming. De Birmese overheid heeft deze minderheid lange tijd genegeerd en pas de laatste jaren wordt er ook geïnvesteerd in hun leefgebied. We bezoeken lopend diverse dorpjes en ontmoeten een aantal vrouwen op leeftijd. De jongere generaties hebben niet direct de interesse om alle gebruiken over te nemen. De leefomstandigheden zijn behoorlijk primitief, maar het zijn zeer hechte gemeenschappen die elkaar helpen waar nodig. We proberen ook een aantal keer het populaire drankje wat ze in ieder huis maken, iets met toch ook wel zelfgestookte alcohol… We eindigen met een zonsondergang bij de lange dijk van Loikaw, dit is een zeer geliefde plek voor de bevolking om aan het eind van de dag langs te komen.
We gaan op pad naar onze laatste bestemming in Myanmar, het Inle Lake. We hebben geluk want uitgerekend vandaag is de 5-daagse markt van de regio in Loikaw. Slechts 1x per week is de markt van Loikaw bijna 3x zo groot als normaal. Lange rijen stalletjes, veel gekleurde kostuums van verschillende minderheden en heel veel eten! We krijgen verschillende lekkernijen te proeven, wat een genot om zo de markt te ontdekken. We rijden een uur naar het noorden over een slechte weg naar een aanmeer plaats aan het Moebyel-meer. Dit meer ligt ten zuiden van het Inle Lake en is nauwelijks bekend bij toeristen. Hier beginnen we aan wat later bleek een lange en natte boottocht.
We bereiken de noordkant van het meer en bezoeken onderweg nog de Sanctuary Lodge en het plaatsje Samkar met "a little lodge", een kleinschalig en familiair guesthouse. Zeker voor reizigers die wat meer van de gebaande paden willen, is dit zeker een mooie optie om ook andere delen van het Inle Lake en het Moebyel Lake te ontdekken. Pas in de loop van de middag en na veel heftige stortbuien (de moesson is inmiddels begonnen) komen we enigszins vermoeid en deels ook nat aan. We verblijven in het schitterende Sanctum Inle Resort, op de oevers van het Inle Lake.
We ontdekken het plaatsje Nyaung Shwe te voet en laten een longyi op maat maken. De longyi is het kledingstuk dat zowel door mannen als vrouwen nog steeds volop wordt gedragen. Hiervoor wordt de zijde gebruikt van de lotusbloemen, die in de omgeving volop aanwezig zijn. We stappen op de fiets en rijden langs de oever van het meer. Een glooiend landschap, het is soms even doortrappen. Uiteindelijk eindigen we bij het dorpje Khaung Daing. Hier worden nog veel lokale snacks (zoet en hartig) op ambachtelijke wijze gemaakt. De gids leidt ons door het dorpje en nagenoeg bij ieder hutje met een grote pan houden we halt en proeven we de lekkerste snacks. Dit varieert van tofu, rijstcrackers tot zoete snoepjes.
Na twee weken wederom geproefd te hebben van de lekkerste gerechten in het land, was het nu tijd om zelf aan de slag te gaan. We hadden voor ons zelf nog een kookles geboekt bij Bamboo Delight (https://bamboodelight.wordpress.com/) om toch ook eens te kijken of wij er zelf ook iets van bakten. De gerechten werden verdeeld en ik mocht de kip in citroengras met groene peper maken en een komkommersalade. Mijn vriendin maakte een gerecht met gestoomde vis uit het Inle Lake en het exotische gerecht; een salade van de bananenbloem, (ook dit is eetbaar) maar wel met een bijzondere smaak. Dit was toch wel een mooie afsluiting van een bijzondere reis door Myanmar met vele indrukken.
Tips voor restaurants:
Wilt u ook op reis naar het diverse Myanmar? Neem dan contact met mij op of vraag vrijblijvend een offerte aan. Bekijk voor meer inspiratie onze voorbeeldreizen in Myanmar.
"Ik heb al een behoorlijk aantal bestemmingen in Azie gezien en toch raak ik steeds weer onder de indruk van de cultuur en de natuur. Ieder land is uniek, in Azië zegt men dan ook vaak "same same, but different". De mensen zijn altijd vriendelijk en hebben een grote glimlach op het gezicht."
